-
1 een toast op iemand uitbrengen
een toast op iemand uitbrengenporter un toast à qn. -
2 een toast (op iemand) uitbrengen/instellen
een toast (op iemand) uitbrengen/instellenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een toast (op iemand) uitbrengen/instellen
-
3 een toast uitbrengen op iemand
een toast uitbrengen op iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een toast uitbrengen op iemand
-
4 een dronk op iemand, iets uitbrengen
een dronk op iemand, iets uitbrengenporter un toast en l'honneur de qn., de qc.Deens-Russisch woordenboek > een dronk op iemand, iets uitbrengen
-
5 een dronk op iemand/iets uitbrengen
een dronk op iemand/iets uitbrengentoast someone/somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een dronk op iemand/iets uitbrengen
-
6 toast
toast [toost]〈m.〉♦voorbeelden:m -
7 toast
-
8 toast
♦voorbeelden:een toast op iemand uitbrengen • porter un toast à qn. -
9 uitbrengen
3 [op de markt brengen] bring out ⇒ 〈 plaat, film ook〉 release, 〈 publiceren〉 publish, 〈 publiceren〉 issue♦voorbeelden:zijn stem uitbrengen op een kandidaat • vote for a candidate, give one's vote to a candidateverslag uitbrengen van een vergadering • give an account of a meeting -
10 toast
n. geroosterd brood, toast; het uitbrengen van een toost, het drinken op..; (Slang) iemand in grote moeilijkheden (Bv.: "When my mom will see that you ate the last muffin, you are toast")--------v. roosteren, warmen; een toast instellen op; toastentoast1[ toost] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 iemand/iets waarop getoast wordt ⇒ gevierde schoonheid3 geroosterd(e) boterham/brood ⇒ toast♦voorbeelden:propose a toast to someone • een toast uitbrengen op iemand————————toast2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
11 een heildronk uitbrengen (op iemand)
een heildronk uitbrengen (op iemand)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een heildronk uitbrengen (op iemand)
-
12 porter un toast à qn.
porter un toast à qn. -
13 drink a toast to someone
v. een toast uitbrengen op iemand; op het succes van iemand drinken -
14 propose a toast to someone
-
15 verre
verre [ver]〈m.〉1 glas♦voorbeelden:un verre de bière • een glas bierverre à dents • wastafelglasverre à moutarde • (glazen) mosterdpotverre opale • melkglasverre au plomb • loodglasverre de silice • kwartsglasverre à vitres • vensterglasverre blanc • gewoon glasverre dépoli, opaque • matglas(châssis à) verre dormant • vast vensterverre organique • plexiglasverre perdu • wegwerpglas(werk)un petit verre • een glaasje, een borreltjesouple comme un verre de lampe • zo stijf als een plank〈 spreekwoord〉 qui casse les verres les paie • wie zijn billen brandt, moet op de blaren zittenchoquer les verres • klinkenlever son verre • een toast uitbrengenprendre un verre • iets drinkende verre • glazen, glas-verres cornéens • contactlenzenverres fumés • donkere brilverres grossissants • sterke bril1. m 2. verresm pl1) bril -
16 dronk
-
17 dronk
♦voorbeelden:een goede dronk hebben • avoir le vin gaieen kwade dronk hebben • avoir le vin mauvaiseen dronk op iemand, iets uitbrengen • porter un toast en l'honneur de qn., de qc. -
18 heildronk
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский